Hoefkatrolontsteking

De hoefkatrol wordt gevormd door verschillende structuren:het straalbeentje, de diepe buigpees, de slijmbeurs tussen de diepe buigpees en het straalbeentje, het hoefbeen met de aanhechting van de diepe buigpees, het hoefgewricht en alle ondersteunende bandjes.

Een chronische ontsteking in dit gebied noemen we Hoefkatrolontsteking. Deze aandoening komt vooral aan de voorbenen voor. Verschillende factoren spelen een rol bij het ontstaan van deze aandoening: erfelijkheid, een storing in de ontwikkeling van veulen tot volwassen paard, de voeding en de mate van belasting van de hoefkatrol, het gebruik, het beslag, de bouw van het dier en de conditie.

Het eerste teken van hoefkatrol ontsteking is het angstig zijn voor het landen na de sprong. Later zal dit uitgroeien tot een verkorte gang of een afwijkende stand van de hoef: het paard zal prberen het verzenengedeelte te ontlasten om de spanning op de buigpees te verminderen. Uitwendig is een Hoefkatrolontsteking moeilijk te herkennen.  Bij het bekloppen van de straal en het knijpen op de straal kan het paard gevoelig reageren. Röntgenfoto’s kunnen de diagnose bevestigen. Aan de hand van röntgenfoto’s kan de diagnose bevestigd worden.

Wat moet ik doen tot de dierenarts komt?

Hoefkatrolontsteking is een chronische aandoening, die geleidelijk ontstaat. Eerste hulpmaatregelen zijn er niet. Laat het dier goed onderzoeken en laat eventueel röntgenfoto’s maken.

Hoe kan ik Hoefkatrolontsteking voorkomen?

Gele op de vele oorzaken is Hoefkatrolontsteking vaak niet te voorkomen. In veel gevallen is deze aandoening genetisch vastgelegd. Daarom is de preventie van Hoefkatrolontsteking vooral een foktechnische aangelegenheid.

Bron: Boek EHBO Paard